Even een update van een geheel andere orde, de Citroen 2CV.
De 2CV (Frans: deux chevaux) is een auto van de Franse autofabrikant Citroën. De afkorting staat voor 'Deux Chevaux Vapeur', wat twee paardenkracht betekent, een maat voor het vermogen en voor de berekening van de Franse wegenbelasting. De 2CV werd geproduceerd tussen 1948 en 1990. In die periode zijn er zo'n 4 miljoen van gebouwd. Dit aantal stijgt tot 5,3 miljoen als de zogenaamde Besteleenden worden meegeteld.
Na de dood van André Citroën en de overname van het bedrijf door bandenfabrikant Michelin besloot de nieuwe leiding van autofabrikant Citroën in 1935 een kleine auto te ontwikkelen die geschikt diende te zijn voor het ruige Franse platteland: de TPV, oftewel Toute Petite Voiture. Projectleider en stuwende kracht Pierre-Jules Boulanger omschreef het doel als 'een paraplu op vier wielen'. Op basis van marktonderzoek werd besloten dat het een voertuig moest worden dat twee boeren met 50 kilogram aardappelen kon vervoeren of een vat met 50 liter wijn. Ook gaat het verhaal dat het de mogelijkheid moest bieden om een schaap in de auto mee te nemen. De auto moest hierbij zo comfortabel zijn dat eieren in een mand niet zouden breken wanneer de auto over een stuk omgeploegd land zou rijden. Overige eisen waren dat de auto vooral zuinig, betrouwbaar, goedkoop en eenvoudig te bedienen moest zijn: een boerin moest ermee naar de markt kunnen rijden. Ook moest de boer, met zijn zondagse hoed op, er in passen zodat hij per auto naar de kerk kon. Het uiterlijk van de wagen werd niet belangrijk geacht.
Oorspronkelijk plaatste men uit besparingsoverwegingen slechts één koplamp. Nadat echter een prototype tijdens een proefrit werd aangereden, omdat de tegenligger dacht met een motorfiets te maken te hebben, werd het model wél voorzien van twee koplampen.
In 1948 was de 2CV uitgerust met een benzinemotor van 375 cc; een luchtgekoelde kopklepmotor met twee cilinders in boxer-opstelling. De basis van deze motor is tot het einde van de productie dezelfde gebleven, alleen werd er telkens een beetje meer vermogen uitgehaald. De eerste modellen hadden vrijwel geen dashboard. De benzinestand werd gepeild via een peilstok die in de tank gestoken moest worden. De ruitenwissers werden met de hand bediend of waren gekoppeld aan de snelheidsmeter zodat ze bij stilstand niet werkten. Homokinetische koppelingen bij de voorwielaandrijving waren afwezig, zodat bij elke bocht het schokken van het stuur met de beide handen opgevangen moest worden. De eend had eerst een vermogen van 8pk, de laatste A-modellen uit de jaren 70 en 80 van de 20e eeuw (waaronder de afgeleide Méhari, Dyane, Acadiane) hadden een motor van 602 cc met meer dan 30 pk vermogen, zodat een snelheid van maar liefst 120 km/h en meer mogelijk is. Dit kwam ook door de diverse verschillende versnellingsbakken die toegepast werden.
Een bijzonder kenmerk van de 2CV is ook de positie van de versnellingspook. Deze zit aan het dashboard. Later zag men dat ook bij de Renault 4. De achteruit zit links vooraan (op de plek waar in moderne auto's de eerste versnelling zit). De eerste versnelling zit links achteraan, de tweede midden vooraan, de derde versnelling midden achteraan en de vierde rechts vooraan. Het schakelen tussen de tweede en derde versnelling (de meest gebruikte twee) wordt hierdoor heel eenvoudig. De eerste versnelling was vroeger niet gesynchroniseerd, men moest dus vrijwel stil staan (maximaal 10km/h) om terug naar de eerste versnelling te kunnen schakelen, een beetje spelen met tussengas hielp hier bij. Een ervaren 2CV-rijder kon vrij makkelijk nog rijdend terugschakelen, een leek zou een wat krakend geluid uit de versnellingsbak veroorzaken. In latere versies werd de één wel gesynchroniseerd.
bron: Wikipedia
merk: Citroen
model: 2CV
schaal: 1/43
farbirkant: Ixo
