
Mijn vader had vroeger een blauwe Renault 18 station.
Dat hij die wagen had gekocht is achteraf behoorlijk vreemd. De Renault 4’tjes en 5’jes die hij daarvoor had gereden waren al aan het roesten in de folder.
Er kwam een einde aan de blauwe R18 nadat iemand zijn auto in de flank had geparkeerd op een kruising. Ik weet alleen van de knal en een vloekende vader.
Na wat omzwervingen met Volvo 340’s kwam mijn vader op de proppen met een rode Renault 21 Hatchback. Hoe iemand deze ooit van de tekentafel heeft gekregen is mij nog steeds een raadsel. Wat een hok. Dat mijn vader deze mooi vond is nog steeds niet te verklaren.
Maar goed, na weer veel technische en elektrische problemen mocht mijn vader een auto leasen en dat werd de betrouwbare Mazda 626, totdat Mazda wel heel erg saaie wagens ging maken, want toen moest er een Citroen C5 komen. Dan wel in de Break-versie natuurlijk. Voor zijn verjaardag kreeg hij van mij twee vlaggetjes voor op de C5 zodat hij deze kon inzetten als uitvaart auto in het weekend.
Toegegeven, heel comfortabel op lange afstand, enorm veel ruimte maar mij te comfortabel, te vaag sturend en een aan/uit knop voor de remmen.
Daarna nam mijn vader een C4 Picasso, want handig met de kleinkinderen en mijn zus en zwager. Dat ik er niet in paste was blijkbaar geen groot euvel.
Het eerste ritje was hilarisch. Een oude man die moet wennen aan een automaat.
Ondertussen loopt deze C4 Picasso op zijn einde en wordt er gekeken naar een nieuwe wagen. Weliswaar geen C5 break, want deze is “te Duits” gestyled.
Wat is dat toch, de nostalgie van de Franse merken? Peugeot maakte heerlijk sturende wagens en leuke, kleine bommetjes. Citroen was met de DS en SM een absolute maatstaf en de nieuwe C6 en C5 vind ik ook prachtig. Renault heeft ook een heerlijke Clio Williams op de weg gezet en de scheurijzer zijn prachtig, maar maakt mij dit begerig? Niet echt.
En dan is daar opeens Ottomobile. Menig Francofiel zit in mijn beleving iedere maand reikhalzend te kijken naar de modellen die nu weer uitgeleverd gaan worden.
De auto waar je vader of jijzelf vroeg in reed.
Voor de Francofiel een heerlijk merk. Redelijk betaalbaar, kwaliteit en vormgeving is niks mis mee. Sterk nog; Norev moet ook opeens een partij meeblazen. Wat het aanbod alleen maar tegoeden komt.
Zoals eerder aangegeven heb ik niet zo veel met de Franse merken, op enkele modellen na, maar wat Ottomobile doet, zo zou het moeten zijn.
De auto die mensen hebben gehad of wilde hebben verkleinen. Modellen die elkaar snel opvolgen, nette prijs en goede modelvoering. Iets wat je heden ten dage steeds minder ziet bij een merk zoals AutoArt of Spark. Maar Wat hen met name onderscheid; uitstekende service.
Van dat laatste zouden de 1:1 merken nog wat kunnen leren in sommige gevallen. En Fransen in het bijzonder.