Aangezien een klein icoon uit de autowereld dit jaar 30 wordt een kleine ode aan de minimalistische Fiat Panda.

De oer-Panda is een ontwerp van Giugiaro en kenmerkt zich door scherpe, rechte lijnen.
Het wagentje is een wonder van eenvoud. Hij heeft geen echte grille maar een stuk plaatwerk met koelsleuven erin. De voorruit is helemaal vlak en dus goedkoop. Bovendien heeft hij maar één ruitenwisser. Onder de voorruit zitten ventilatieroosters die de lucht rechtstreeks naar binnen blazen. Dat maak het ventilatiesysteem simpel. Bovendien dienen de plastic roosters als afdekking voor de carrosserienaad tussen de zijwand en het middenstuk. Op het dak zijn over de opstaande lasnaad strips van plastic aangebracht. De portierscharnieren van de Panda vallen op. Het bovenste steekt buiten de carrosserie uit en wordt met een plastic kapje afgedekt. Het onderste valt binnen de carrosserie maar is van buitenaf bereikbaar via een gat met een plastic dop. Er wordt op stootstrips bespaard door het onderstuk van de zijwanden te bedekken met een elastische anti-steenslag laag. Dat lijkt met dat ruwe oppervlak net een los opgezet stootschild. Dit effect wordt versterkt door aangebrachte plooien in het plaatwerk. De Panda heeft in plaats van deurgrepen uitsparingen naast de portieren en verder een drukknop. Het is niet de meest praktische oplossing maar wel de goedkoopste. De achterklep ligt net als de motorkap over de omliggende carrosserie heen. Zo hoeft bij de montage nauwelijks op de passing gelet te worden. Uiteraard is ook de achterruit volledig plat. De zijruiten zijn links en rechts gelijk, dus uitwisselbaar en goedkoop te maken.

Vooral het interieur maakt de Panda bijzonder. Het dashboard bestaat uit een compacte unit met knoppen en meters ineen. Eronder loopt een ronde dwarsbalk, waar tot onder de voorruit stoffen bekleding overheen ligt. Zo ontstaat een hangmat-achtig opbergvak in plaats van een dashboardkastje. De asbak is over de ronde buis geklemd en verschuifbaar, een leuke vondst. De stoeltjes zijn uiterst simpel: frames met opgevulde rechte zakken erover, a la 2CV. Rugleuningverstelling is niet mogelijk. Geniaal is de achterbank. Een soort brede zak met drie ronde buizen erdoor biedt allerlei mogelijkheden. Het hele ding is uitneembaar, het is dan een soort matras. De bovenste buis kan worden losgemaakt en is dan een neerklapbare leuning. Er is een dubbel bevestigingspunt voor de bovenste buis waardoor je twee leuningstanden hebt: rechtop voor wat extra bagageruimte en iets hellend voor meer zitcomfort. Je kan er zelfs een soort van reiswieg van maken.

De Panda heeft een behoorlijke keus aan bestaande kleine motoren. Voor de Panda 30 wordt de luchtgekoelde tweecilindermotor van 652 cc uit de 126 gemonteerd, die 30 pk levert. Verder is de Panda 30 leverbaar met de viercilindermotor uit de 850 met 34 pk en de Panda 45 met de 903 cc motor uit de 127 met 45 pk.

Toch nog een heel verhaal geworden maar ja, er is veel over deze "tolle kiste" te vertellen en te vinden. Tekst is deels boek, deels internet en deels mezelf. De witte Panda 30 is van Brumm en de rode Panda 45 is van Norev.